Acceuil (home)
KLAS 1
Grammaire (grammatica)
>
Theorie grammatica
>
theorie l'article - het lidwoord
theorie bezittelijke voornaamwoorden - pronoms possessifs
theorie bezittelijke voornaamwoorden - pronoms possessifs
theorie le verbe avoir - het werkwoord hebben
theorie de ontkenning - la negation
theorie le verbe aller - het werkwoord gaan
theorie le verbe faire - het werkwoord doen/maken
theorie le verbe être - het werkwoord zijn
theorie les verbes en -er au présent - de werkwoorden op -er in de tegenwoordige tijd
theorie le verbe prendre - het werkwoord nemen
Oefeningen grammatica
>
oefeningen de ontkenning
oefeningen werkwoord "faire"
oefeningen het lidwoord
oefeningen werkwoord "être"
oefeningen werkwoorden op -er
oefeningen werkwoord "avoir"
oefeningen werkwoord "aller"
oefeningen werkwoord "faire"
oefeningen werkwoord "prendre"
oefeningen bezzitelijk voornaamwoord enkelvoud
Vocabulaire (woordenschat)
>
oefeningen woordenschat
l'école et les fournitures scolaires - school en schoolspullen
de kleding en kleuren / les vêtements et les couleurs
de getallen / les chiffres et les nombres
de kloktijden / les heures
de familie / la famille
la maison / het huis
les mois de l'année / de maanden van het jaar
Écouter (luisteren)
Parler (spreken)
Écrire (schrijven)
Civilisation (kennis van Frankrijk)
Village de langues (Taaldorp)
KLAS 2
Grammaire (grammatica)
>
Theorie grammatica
>
theorie adjectif qualificatif - bijvoeglijk naamwoord
theorie le passé-composé avec avoir - de voltooid tegenwoordige tijd (V.T.T) met hebben
theorie le passé-composé - de voltooid tegenwoordige tijd (V.T.T)
theorie voorzetsels bij landen - prépositions
theorie bezittelijke voornaamwoorden - pronoms possessifs
theorie het delend lidwoord - l'article partitif
theorie een vraag stellen - poser une question
theorie de ontkenning - la negation
Oefeningen grammatica
>
oefeningen passé-composé
oefeningen bijvoeglijk naamwoord
oefeningen voorzetsels (prépositions)
oefeningen delend lidwoord (article partitif)
oefeningen bezittelijke voornaamwoorden - pronoms possessifs
oefeningen persoonlijk voornaamwoorden met nadruk (pronoms personnels toniques))
Vocabulaire (woordenschat)
>
décrire une personne / iemand beschrijven
het lichaam / le corps
KLAS 3
Vocabulaire
>
parler de sa journée (praten over je dagindeling)
décrire un objet: film
décrire un objet: exercices
Grammaire (grammatica)
>
Theorie grammatica
>
theorie persoonlijke voornaamwoorden (als lijdend en meewerkend voorwerp)
theorie adjectif qualificatif - bijvoeglijk naamwoord
theorie bezittelijke voornaamwoord
theorie wederkerende werkwoorden
Theorie tijden
Oefeningen grammatica
>
oefeningen tijden
oefeningen persoonlijk voornaamwoorden
oefeningen bijvoeglijk naamwoord
oefeningen werkwoorden op -er
oefeningen passé-composé
le futur
oefeningen bezittelijke voornaamwoord
oefeningen IMPARFAIT
Ecouter
Lessenserie "la danse electronique"
Lessenserie "nous allons à Lille"
Lessenserie "la météo"
>
exercices la météo - opdrachten het weer
>
exercices d'écoute (Luisteropdrachten)
>
exercices d'écoute supplémentaires (Extra luisteropdrachten)
exercices de vocabulaire (Woordenschat)
>
exercices de vocabulaire supplémentaires (Extra woordenschat opdrachten)
écrire une lettre informele (informele brief schrijven)
>
phrases clés et formules pour écrire une lettre informele (Staandard zinnen en formules om een informele brief te schrijven)
Exercices lettre (oefenbrieven)
Parler (spreekvaardigheid)
>
Achetez vos billets (gesprek op het station)
KLAS 4
luisteren / kijken
spreken
lezen
schrijven
Grammaire (grammatica)
>
Theorie grammatica
Oefeningen grammatica
uitspraak / prononciation
Grammaire / grammatica
oefening 1
oefening 2
oefening 3
oefening 4
oefening 5
Acceuil (home)
KLAS 1
Grammaire (grammatica)
>
Theorie grammatica
>
theorie l'article - het lidwoord
theorie bezittelijke voornaamwoorden - pronoms possessifs
theorie bezittelijke voornaamwoorden - pronoms possessifs
theorie le verbe avoir - het werkwoord hebben
theorie de ontkenning - la negation
theorie le verbe aller - het werkwoord gaan
theorie le verbe faire - het werkwoord doen/maken
theorie le verbe être - het werkwoord zijn
theorie les verbes en -er au présent - de werkwoorden op -er in de tegenwoordige tijd
theorie le verbe prendre - het werkwoord nemen
Oefeningen grammatica
>
oefeningen de ontkenning
oefeningen werkwoord "faire"
oefeningen het lidwoord
oefeningen werkwoord "être"
oefeningen werkwoorden op -er
oefeningen werkwoord "avoir"
oefeningen werkwoord "aller"
oefeningen werkwoord "faire"
oefeningen werkwoord "prendre"
oefeningen bezzitelijk voornaamwoord enkelvoud
Vocabulaire (woordenschat)
>
oefeningen woordenschat
l'école et les fournitures scolaires - school en schoolspullen
de kleding en kleuren / les vêtements et les couleurs
de getallen / les chiffres et les nombres
de kloktijden / les heures
de familie / la famille
la maison / het huis
les mois de l'année / de maanden van het jaar
Écouter (luisteren)
Parler (spreken)
Écrire (schrijven)
Civilisation (kennis van Frankrijk)
Village de langues (Taaldorp)
KLAS 2
Grammaire (grammatica)
>
Theorie grammatica
>
theorie adjectif qualificatif - bijvoeglijk naamwoord
theorie le passé-composé avec avoir - de voltooid tegenwoordige tijd (V.T.T) met hebben
theorie le passé-composé - de voltooid tegenwoordige tijd (V.T.T)
theorie voorzetsels bij landen - prépositions
theorie bezittelijke voornaamwoorden - pronoms possessifs
theorie het delend lidwoord - l'article partitif
theorie een vraag stellen - poser une question
theorie de ontkenning - la negation
Oefeningen grammatica
>
oefeningen passé-composé
oefeningen bijvoeglijk naamwoord
oefeningen voorzetsels (prépositions)
oefeningen delend lidwoord (article partitif)
oefeningen bezittelijke voornaamwoorden - pronoms possessifs
oefeningen persoonlijk voornaamwoorden met nadruk (pronoms personnels toniques))
Vocabulaire (woordenschat)
>
décrire une personne / iemand beschrijven
het lichaam / le corps
KLAS 3
Vocabulaire
>
parler de sa journée (praten over je dagindeling)
décrire un objet: film
décrire un objet: exercices
Grammaire (grammatica)
>
Theorie grammatica
>
theorie persoonlijke voornaamwoorden (als lijdend en meewerkend voorwerp)
theorie adjectif qualificatif - bijvoeglijk naamwoord
theorie bezittelijke voornaamwoord
theorie wederkerende werkwoorden
Theorie tijden
Oefeningen grammatica
>
oefeningen tijden
oefeningen persoonlijk voornaamwoorden
oefeningen bijvoeglijk naamwoord
oefeningen werkwoorden op -er
oefeningen passé-composé
le futur
oefeningen bezittelijke voornaamwoord
oefeningen IMPARFAIT
Ecouter
Lessenserie "la danse electronique"
Lessenserie "nous allons à Lille"
Lessenserie "la météo"
>
exercices la météo - opdrachten het weer
>
exercices d'écoute (Luisteropdrachten)
>
exercices d'écoute supplémentaires (Extra luisteropdrachten)
exercices de vocabulaire (Woordenschat)
>
exercices de vocabulaire supplémentaires (Extra woordenschat opdrachten)
écrire une lettre informele (informele brief schrijven)
>
phrases clés et formules pour écrire une lettre informele (Staandard zinnen en formules om een informele brief te schrijven)
Exercices lettre (oefenbrieven)
Parler (spreekvaardigheid)
>
Achetez vos billets (gesprek op het station)
KLAS 4
luisteren / kijken
spreken
lezen
schrijven
Grammaire (grammatica)
>
Theorie grammatica
Oefeningen grammatica
uitspraak / prononciation
Grammaire / grammatica